National Assembly Building Bangladesh Dhaka

National Assembly Building Bangladesh, Dhaka



Algemeen 

In een poging om de problemen aan te pakken die zich voordeden bij de overheid door de grote afstanden in het land, besloot de Toenmalige president Ayub Khan 2 nationale overheidsgebouwen te laten bouwen. Éen gebouw in het westen van Pakistan, de ander in het oosten van Pakistan, in Dhaka, de voormalige hoofdstad van Oost Bengal. Kahn werd uiteindelijk als derde gekozen. Het was Khan die de lokale architect Mazhural Islam aanstelde om het project te overzien. Het was vervolgens Islam die Louis Kahn aanstelde, wie Islam had ontmoet tijdens een bezoek aan de Yale Universiteit in 1960.

Nadat Kahn Dhaka voor het eerst bezocht in 1963, kreeg hij een enorm bouwprogramma voorgesteld, bestaande uit het parlementsgebouw, het gebouw voor het Hoger Gerechtshof, hotels, kantoorgebouwen, een ziekenhuis, scholen en een bibliotheek. Alles moest ontworpen worden op een duizend hectare groot land, dat is onderworpen aan onder meer overstromingen.

“Ik bleef maar denken hoe ik al deze gebouwen gegroepeerd zou kunnen krijgen, en wat er voor zou zorgen dat ze hun eigen plaats op het land kregen”

"Op de derde dag viel ik uit bed met de gedachte dat altijd de heersende gedachte achter het ontwerp zou blijven. Het kwam gewoon uit het besef dat ‘het vergaderen’ van een uitzonderlijk kaliber is. Men komt bijeen om de geest van de gemeenschap aan te raken, en ik voelde dat dit het was, wat uitgedrukt moest worden. Door het waarnemen van de religie van de Pakistanen, voelde ik dat moest worden uitgedrukt door een moskee te integreren in het parlementsgebouw, en dat dit, dat gevoel zou terugkaatsen”


Een van de eerste schetsen van Kahn voor het Parlementsgebouw. 
Kahn trachtte de ingewijde gebouwen voor de vergadering en het Hoger Gerechtshof af te zonderen en bij elkaar te brengen met een moskee. Hij plaatste de verblijven voor de ministers in tuinen lang de rand van het aangelegde meer. In Kahn zijn eerste studies voor de moskee en het parlementsgebouw, trachtte hij dit te laten aansluiten bij twee van zijn favoriete voorafgaande gunsten van de moderne architectuur; 1. De paraplu kolommen van Johnson Wax Building (Frank Lloyd Wright 1936/1938), 2. Dak van Le Corbusiers Ronchamp Chapel (1950/1954). Beide gunsten waren volgens Kahn gehuisvest binnen wat Kahn een "Citadel"of kasteel noemde. Gemaakt volgens een gedraaid vierkant, met 4 dikke wanden, binnen omringende werk- en vergaderruimten. 

Het ontwerp (definitieve karakter) van het Nationale Parlementsgebouw bestaat uit een groep gebouwen, elk gedefinieerd, onafhankelijk en ontworpen binnen zijn zuivere geometrie, en allen samengesteld binnen de grotere orde van het plan, met elk gebouw als een stukje van het schaakbord. Kahn's concepten waren overeenkomstig met het plaatsen van stukjes op een schaakbord, met zonder twijfel het aanwijzen van de toepasselijke onafhankelijkheid van elke ruimte. 

“Een goed gebouw moet een goede positie op het schaakbord innemen. Voor haar symbolische waarde mag geen enkel gebouw op de verkeerde plaats gevestigd worden”  Louis Kahn, begin 1964

Het concept voor het dak van de centraal gelegen vergaderzaal trok op zowel oude als moderne tradities; Hadrian’s Villa van oude Rome en gelijktijdig een dunne betonnen constructie. 

Nationaal Parlementsgebouw Dhaka. 
Ontwerp en Bouw


Tijdens het eerste jaar van het project richtte Kahn zich voornamelijk op het ontwerp van het parlementsgebouw dat gepaard ging met de moskee. ). Uit Kahn’s tekeningen kwamen Kahn’s opvattingen over het ontwerp van het parlementsgebouw duidelijk naar voren als een “Citadel van Vergaderingen”, en zoals Kahn verder zei een “Diamant” geroteerd vierkant als totale vorm. De kantoorgebouwen gevormd als 4 solide gehavende wanden, geopend in de hoeken om toegang te verlenen aan deze gebouwen. Daarnaast was de moskee een vierkant, en het gebouw van het Hoger Gerechtshof was omhuld om een vierkante binnenplaats met dezelfde afmetingen als het grondoppervlakte van de moskee.


Eerste schetsen moskee en parlementsgebouw. De moskee is zelf samengesteld uit een vierkante muur rond 9 enorme kolommen die worden ondersteund door vrijdragende paddenstoel constructie uitstijgend boven he dak, precies zoals in Wrights Johnson Wax Building.

1963 was het jaar van grote en belangrijke veranderingen. Mei was de maand van de enige echt grote verandering. Het hele plan van de gegroepeerde gebouwen werd vastgelegd. Het Hoger Gerechtshof werd op het zuiden geplaatst, het meer nu op het noorden, gericht op de ‘Citadel van Instituten’ wat Kahn had voorgesteld om de scholen, museum, markthal en sportcentra te vestigen. De opdrachtgever vond tevens dat de moskee moest worden veranderd in een kleinere gebedsruimte, zodat deze kon worden geïntegreerd in het gebouw. Het ontwerp vormde nu vier kantoorgebouwen een binnenplaats vormde, langs diagonaal geplaatste wanden tot de buitenste hoeken. Deze creëerde smalle doorgangen op het oosten en westen, grotere openingen op het noorden en zuiden waar de entreehal en gebedsruimte zich bevinden. Dit was het moment dat Kahn de Gebedsruimte een paar graden deed draaien, zodat deze op één lijn werd geplaats met de kardinale richtingen. Op deze manier was de gebedsruimte, wat Kahn steeds moskee bleef noemen, gericht op het oosten zoals verplicht, en geeft het zeker een bepaalde onafhankelijkheid ten opzichte van het gebouw.

Aan het einde van 1963 werden de belangrijke veranderingen doorgevoerd door middel van de kantoorgebouwen te transformeren in kleinere volumes. Hierdoor ontstond er ruimte op het oosten en westen voor ontmoetingsplaatsen en restaurants voor de parlementsleden. Op hetzelfde moment werd grootte, complexiteit, en geometrische precisie van de centraal gelegen vergaderruimte veranderd, wat nu de vorm van een octagon had. Het plan werd niet langer geleid door een geometrische zuivere begrenzing, maar bestond nu uit een reeks van onafhankelijke gebouwen, elk volgens zijn eigen geometrie, welke door de vorm van de vergaderruimte bij elkaar werden gehouden.


Schets, aan het eind van 1963.


Nu was het moment aangebroken voor Kahn om elk onafhankelijk verder te ontwikkelen.

De ruimten 


Entree
In het dagelijks gebruik, Benaderen we het gebouw vanaf het zuiden via het plein gelegen op het zuiden, het meer overstekend via een stenen gebogen brug, het gebouw binnengaan, uitkomend op de laagste verdieping van de gebedsruimte. Deze entreehal bestaat uit een vierkante ruimte met ronde, cilindervormige lichttorens op elke hoek, en 4 fragmenten van een cilindervormige wand in het midden/ op het middelpunt.


De rondgang
Nu bewegen we ons rondom het grote cirkelvormige trappenhuis, en overgaand in de rondgang dat rondom de 16 zijdig centraal gelegen vergaderruimte loopt, en die de verbinding maakt tussen de 8 individuele samengestelde ‘gebouwen’ die het uitwendige geraamte van het complex vormt.

Deze rondgang is een 26 meter hoge ruimte die steeds van vorm veranderd. Allereerst door monumentale cirkel-, en driehoek vormige doorgangen (uitgehouden) in gelaagde wanden naar de kamers die behoren tot de buitenste rand, en daarna door cirkelvormige openingen in de ruimte gevormd door middel van dubbelvormige wanden, elkaar kruisend door de diagonaal geplaatste trappen, die je leiden naar de lichtruimten rondom de centraal gelegen vergaderruimte. De rondgang is overspannen met een plat dak van betonnen balken, welke lichtbeuken hebben en ramen geplaats aan de buitenste randen, zodat de ochtendzon en de avondzon het plafond besproeien en verlichten. Smalle ramen van glasblokken zijn ingesteld tussen deze balken, zodat de hele dag door dunne lijnen van zonlicht op de muur vallen en bewegen. 


Het zonlicht dat via de dakbalken, op de wanden van de rondgang binnenkomt. 

De dakbalken van de rondgang, waardoor het daglicht naar binnen valt zijn geplaatst in de kardinale richting, georiënteerd in de richting van de 4 primaire/voornaamste gebouwen; de Gebedsruimte, het trappenhuis, de ontmoetingsplaats, en het restaurant. De verschuiving van de richting die zich in het midden van elk kantoorgebouw bevind, is een middel van oriëntatie. 



Oriëntatie m.b.t. de betonnen balken. Gezien vanaf bovenaf. 


Oriëntatie m.b.t. de betonnen balken. Gezien vanuit de rondgang. 
De Gebedsruimte (Prayer Hall)
De gebedsruimte is te betreden vanaf de gang die de vergaderzaal omringt, op dezelfde verdieping als de top van de hellende zitplaatsen van de vergaderzaal (20 feet, gelijk aan 6 meter boven de verdieping van de rondgang). Het is een perfecte kubus in het ontwerp en doorsnede, van 66 feet (20 meter). De gebedsruimte opent zich in de hoeken met 4 (48 foot, is gelijk aan 14,5 meter in diamtere) cilindervormige lichttorens, die boven het dak van de gebedsruimten uitstijgen en afdalen tot onder de vloeroppervlak van de gebedsruimte. Elke van de cilindervormige torens kruist elkaar in het midden of middelpunt door een paar betonnen wanden, welke zijn uitgelijnd met de wanden gelijk met de wanden van de gebedsruimte (Prayer Hall). 

Links de cilindervormige 'licht'torens, gezien vanuit binnenuit, Rechts hoe deze zich weerhouden tot de gehele gebedsruimte. 
Op de 8 hoeken van het kubusvormige interieur , zijn cirkelvormige openingen te vinden, doorgaand door de wanden, en de wanden binnen de cilindervormige torens, welke bolvormige volumes uitlijnen, die half boven en onder de vloer, en in het lijken te drijven.  Bij de bovenste hoeken, 4 wanden zijn dubbelgevouwen in op hoeken van 45 graden, die zich ontmoeten in de hoeken om zodoende een gedraaid vierkant te vormen op het plafond. Deze 4 wanden zijn op de bovenste hoeken elk geopend met een ronde vorm, en lijken de contouren te vormen van de bolvormige volumes, zoals ze binnenkomen en zij zich projecteren in de binnenste van de gebedsruimte. Zonlicht valt binnen via de open daken van de cilindervormige torens. Het licht daalt neer via de betonnen wanden, en zal zodoende de gebedsruimte binnenkomen via de ronde en halfronde openingen in de hoeken van de wanden. Het creëert een complexe gelaagdheid van ruimten en graden van verlichting - Een werkelijk onbegrensde plaats voor een goddelijke en spirituele ervaring. 

De vergaderruimte
De vergaderruimte is werkelijk een ”wereld binnen een wereld” Dit komt door haar krachtige, indrukwekkende en invloedrijke monumentale en sterke eenvoud. Het is een prachtig top verlichtende ruimte, dit dicht in de buurt komt van het Pantheon, zoals elke Kahn ooit zou willen realiseren.
De bovenste betonnen wanden van de octagonaal vormig centraal gelegen vergaderruimte, rusten op de binnenste hoeken van de 8 “holle driehoekvormige holle kolommen”, die rondom de vergaderruimte zijn geplaatst. Deze verschijnen van binnenuit als massief gehoekte steunberen of steunpilaren.

Massieve wand vergaderzaal. 

Driehoekvormige “Holle Kolommen”. Er zijn tal van opvallende gelijkenissen tussen het ontwerp van kahn en de Renaissance kerken. In het bijzonder de binnenste lichtplaatsen die om de vergaderzaal heen zijn geplaatst. Deze had Kahn al geïntroduceerd vroeg in 1963. Deze kunnen worden gerelateerd aan de kleine kappelletjes welke de centraal gelegen binnenplaats van Leonarda da Vinci’s ideale kerk omringen. Zie links.
Kahn bedacht deze lichtruimten als “holle kolommen”.

“The columns are hollow and much bigger and.. Their walls themselves give light, then the voids are rooms, and the column is the maker of light and can take on complex shapes and be the supporter of spaces and give light to the spaces”

Boven; Ideale kerkplan van Leonarda da Vinci. Onder; "Hollow Columns" rondom de vergaderzaal. 

Tussen deze driehoekvormig gevouwen betonnen wanden zijn de zitplaatsen voor de bezoekers gevestigd, met aan de achterkant, met hout beplakte (wood pannelled walls), extra verhelderend, door de glazen wanden. Met een opening aan weerszijden van het gerechtshof, wordt de gelaagde buitenzijde van de structuur onthuld. 

Alleen de wand op het westen, achter het podium, vormt een solide dikke betonnen oppervlakte van de vloer tot aan het plafond (zie eerste plaatje vergaderruimte, boven).


Zo vinden we weer een moderne inspiratie van deze light gevende kolommen en massieve wanden. Het definitieve ontwerp, en het idee van deze V-gevormde kolommen van Kahn, waren vooral gerelateerd op Kahn’s kritiek op Le Corbusiers Ronchamp Chapel. Hij bekritiseerde de dunne stalen afstand houders tussen dak en wand, wat zou moeten beschouwd worden als massieve wanden.

Kahn stelde in plaats hiervan dat de muur hol wordt, maar vanuit binnen als een solide gesloten massa verschijnt, en als een open holle ruimte aan de buitenzijde, waar de ruimtes kapelletjes konden worden.

Ronchamp Chapel Le Corbusier. De dunne stalen afstandhouders zijn omcirkeld. 
Alle betonnen wanden van het parlementsgebouw zijn gegraveerd met horizontalen banen van marmer, geplaatst op intervallen van 5foot(1,5meter), en daarnaast is ieder middelpunt van de wanden van de octagonale vergaderruimte gemarkeerd met een verticale marmeren baan. Een plat netwerk van metaaldraad houden elektrische lampen boven de vergaderruimte. De lampen zijn ontheffen van het middelpunt van de ruimte. Gewelfde dakopeningen.
Het patroon van het betonnen dak van de vergaderzaal bestaat uit gestreepte, dicht bij elkaar ingelegde marmeren banden of strepen, die vanuit het centrum steeds verder uitlopen. Ze worden alleen gesteund op 8 smalle punten, en lijken volledig te worden omring door licht. 




De top van het monumentaal ogend dak van de vergaderzaal steekt hoger dan 15 meter boven de rest van het complex uit. Het omringt het gewelfde dak en ‘regelt’ de weerkaatsing van de indirecte lichtinval van de vergaderruimte.
De grote ronde openingen aan de buitenste rand van de “kroon van het gebouw” openen de gevouwen “holle kolommen” die om de vergaderruimte heen zijn geplaatst. De  8 parabolische openingen aan het einde van het gewelfde dak kijken uit op de binnenwanden van het hoogste punt van het gebouw.




Het zonlicht dat binnenkomt in de vergaderruimte, komt binnen via eerst de dakrand. Het weerkaatst vervolgens tegen de binnenwanden van het hoogste punt van het gebouw, voordat het via het gewelfde dak de vergaderruimte bereikt. Direct zonlicht komt binnen via 16 smalle verticale openingen die zijn gevestigd in de muur van het hoogste punt. De vergaderruimte wordt op die manier voorzien van een combinatie van brede velden van weerkaatst zonlicht en smalle strepen, die elk een andere helderheid en tint geven, wanneer deze de oppervlakte van het gewelfde plafond stoten. Het wordt gereflecteerd door de gladde witte marmeren banden. Deze lijken geheel beslag te nemen van het ruige grijze beton. Er ontstaat een geheel moderne mix van weerkaatst en direct zonlicht, dat speelt met licht kleurende wanden die de grote werken uit het Barokke tijdperk karakteriseren.
Terwijl in 1983, ruim 10 jaar na de dood van Kahn de bouw van het nationale parlementsgebouw van Bangladesh nog niet was afgerond, was het ontwerp van het dak van de vergaderruimte de laatste grote beslissing die werd gemaakt. Kahn presenteerde de laatste beslissing volgend, de organisatie van het volk van Bangladesh in 1971.
Zoals het gebouw vandaag de dag in Dhaka staat, laat het een enorm monumentaal bouwwerk zien in tegenstelling tot wat er voor deze tijd werd gebouwd in de geschiedenis van de architectuur. Het oogt tegelijkertijd oud en modern, grotendeels letterlijk en bescheiden met de hand gebouwd met lokale materialen, volgens de meest moderne, ruimtelijke en structurele denkwijze;

Tegelijkertijd een monumentaal symbool van een nieuwe natie/bevolking, en een veredeling van de individuele burgers. Haar ruimten zijn geschaald naar de hoogste inspiraties van de menselijkheid. 

Materialisatie


Het parlementsgebouw van binnen en buiten opgebouwd uit gewapend beton, gegoten in 1,5 meter hoge secties. De bekisting was gemaakt van smalle verticale houten planken. Hierdoor hebben de wanden van dichtbij een verticale subtiele structuur. Op de drie onderste verdiepingen zijn bij deze planken de randen weggesneden. Door dit toe te passen ontstaat er op de wand een delicaat patroon va schaduwen. 

Patroon van schaduw is goed te zien op de ronde gevel van de cilindervormige toren van de gebedsruimte. 
De buitenwanden van de cilindervormige torens en de kubusvormige gebouwen, zijn geopend met enorme openingen van verschillende verdiepingen hoog. Op deze manier komt er licht binnen in de ruimten die erachter liggen, maar niet 'direct.' Volgens Kahn ontvangen de wanden het (zon) licht en niet de ramen (zie plaatje boven, achtergrond). Deze openingen door de wand, in de vorm van een driehoek. cirkel en rechthoek, geven een extra echt monumentale schaal. Zelfs als ze tegelijkertijd de menselijke schaal openbaren, door de houten ramen te zien op de inwendige oppervlakten van de betonnen wanden. 









h

Geen opmerkingen:

Een reactie posten